Waarom je Java zeker niet mag overslaan!

Dit blog is geschreven door Karin, onze Indonesië specialist. Ze is al heel wat keren in Indonesië geweest en het blijft haar lievelingsbestemming. In dit blog neemt ze ons mee naar het eiland Java.

Als mensen me vertellen, dat ze naar Bali gaan, vraag ik meteen “Alleen naar Bali?” En als daar bevestigend op geantwoord wordt, zeg ik dat dat jammer is. Begrijp me niet verkeerd, ik kom ook graag op Bali. Ik houd niet van hele toeristische plaatsen, maar ook op Bali is er nog genoeg rust en prachtige natuur te vinden en in Lovina voel ik me helemaal thuis. Maar Java mag volgens mijn bescheiden mening niet ontbreken op je Indonesië-reis. En waarom niet? Ik kan het niet in een paar woorden uitleggen, maar ik kan je wel meenemen naar een aantal van mijn favoriete plekken op dit eiland.

Java heeft de leukste stad van Indonesië

Yogyakarta is de leukste stad van Indonesië. Hoewel er zo’n half miljoen mensen wonen, doet de stad toch dorps aan. Er is weinig hoogbouw en rondom de Kraton, het paleis van de sultan, ligt een grote kampong met sfeervolle kleine woningen. Er hangt een fijne sfeer en in de stad zelf kun je de Kraton, het waterpaleis, de winkelstraat Malioboro en heel veel verschillende kleine ambachtsateliers bezoeken. Ik vind het heerlijk om zo’n ontdekkingstocht met de becak, een fiets- of motortaxi, te ondernemen. Verder is er een grote keuze aan restaurants, van luxe westers eten tot streetfood. De beroemde tempels van de Borobudur en Prambanan liggen in de nabije omgeving van de stad.

Genoeg te doen dus, maar de allerleukste excursie in Yogyakarta vind ik de culinaire tour. Dan stap je bij een student achter op de brommer om het eten in Yogyakarta te verkennen. Je maakt verschillende stops en je kan van alles proeven, van nasi gudeg (een curry van jackfruit), duriankoekjes tot lotek (groentes met pindasaus). De gidsen vertellen enthousiast over het eten en beantwoorden ook graag al je vragen over het leven in Indonesië. De tour eindigt op de alun alun, het centrale plein. We hebben daar ontzettend gelachen met blindemannetje spelen, zoals iedereen daar doet.

Nog een tip voor foodies is om vroeg op te staan en op zoek te gaan naar de 80-jarige Mbah Satinem in Jalan Diponegoro. Zij is bekend geworden van een Netflix-serie over streetfood. Elke ochtend staat ze om drie uur op om haar beroemde jalan pasar te bereiden. Het is een zoete lekkernij met rijst, kokos en siroop. De moeite van het vroege opstaan meer dan waard!

Java heeft de mooiste vulkanen

Er zijn op Java meerdere prachtige, actieve vulkanen die je kunt beklimmen. Je hebt ze in alle soorten en maten: met de auto of te voet naar de krater, rustige en hele actieve vulkanen, met hordes toeristen of bijna in je eentje op de top.

Voor de Ijen op oost-Java is enige conditie nodig. Voor deze vulkaan, waar nog steeds zwavel gewonnen wordt, moet je anderhalf uur in de benen voor je bij het kratermeer bent. Het pad is soms wat steil, maar goed te belopen en ik had twee keer de mazzel een Javaanse langoer te spotten. Deze apensoort is groot en het lijkt net of ze een kap op hun kop dragen. Bij het kratermeer gekomen, ruik je de zwaveldampen en als de wind verkeerd staat, beneemt de geur van rotte eieren je bijna de adem. Loop dan even door en je bent uit de stank. Ik zoek altijd een mooie rots om te gaan zitten en te genieten van de geweldige uitzichten.

De Bromo is natuurlijk de bekendste vulkaan. Ik ben er wellicht al zo’n tien keer op geweest en ik heb ‘m gezien in de wolken, boven de wolken, in de regen en meestal in de zon. Ondanks de drukte blijft de vulkaan fascineren; ik zou ‘m zeker niet overslaan! De zonsopgang is -afhankelijk van het weer- fantastisch! Beperk je echter niet tot een snelle vroeg-in-de-ochtend trip naar het uitkijkpunt en beklimming van de Bromo daarna. Je loopt dan namelijk met velen. Ga al overdag met een open jeep vanaf Tumpang en bereik vanaf die kant de caldera waar de Bromo in ligt. Als je overdag de Bromo beklimt, zijn er maar weinig anderen. Deze beklimming is voor iedereen met een normale conditie te doen. De treden zijn wellicht even pittig, maar dit wordt natuurlijk vergoed door een blik in de rokende krater en het mooie uitzicht rondom.

Java heeft de beste watervallen

In het Javaanse landschap van vulkanen en bergen is natuurlijk volop regenwater dat afgevoerd moet worden en zo ontstaan de watervallen. De meest geweldige waterval op Java -op de wereld, wat mij betreft- is de Tumpak Sewu. Deze waterval komt vanaf de Semeru, de vulkaan in de omgeving van de Bromo en een wandeling bij deze waterval valt ook te combineren met een bezoek aan de Bromo.

Ik zou samen met mijn man in de vroege ochtend naar de Tumpak Sewu gaan. Eerlijk gezegd zag ik een beetje op tegen de wandeling. Ik kon me er geen goed beeld bij vormen. We moesten speciale schoenen aan en we zouden wel eens nat kunnen worden; dat was de informatie die we hadden. Eerst liepen we naar een uitzichtpunt waar een brede waterval te zien was. Mooi, maar niet spectaculair. Daarna gingen we via een wat gammele trapconstructie naar beneden en daar begon een waar avontuur. Eerst bezochten we die grote, brede waterval, die we zojuist hadden bekeken. Het water bleek zo hard te vallen, dat het op grote afstand overal ‘regende’. Via smalle bruggetjes of wadend staken we riviertjes over en zagen we het water van alle kanten van de rotsen afkomen. Langs de rotsen, soms met touwen, soms door het water en via een grot, liepen we de vallei van watervallen door. Wat een prachtige expeditie: de uitgesleten rotsen, de smalle stroompjes, een heerlijk lokaal koffietentje onderweg en een poeltje waarin we ons konden onderdompelen. Terug naar boven ook weer via de trappetjes, stroompjes en smalle paden. Drijfnat, maar voldaan en met brede grijns kwamen we weer boven, waar een goed ontbijt wachtte. Een top ochtend!

En wat biedt Java nog meer?

Wat ik heb beschreven is zeker niet alles en er is vast ook veel dat ik zelf nog niet gezien heb. Hoog op mijn lijstje staat Ujung Kulong op de meest westelijke punt van Java. Ik denk dat veel mensen niet weten dat Java ook tropisch regenwoud heeft. Ujung Kulon heeft het natste regenwoud gebied van Java. In dit nationaal park leven de laatste Javaanse neushoorns, nog zo’n 70 stuks is de schatting, maar ook vind je er verschillende apensoorten en vele vogels, waaronder de grote neushoornvogel. Dit park wordt heel weinig bezocht en de accommodaties zijn daarom ook zeer eenvoudig.

Ook de Green Canyon bij de kustplaats Pangandaran zou ik nog graag bezoeken. Wat relaxen aan de zee, maar vooral ook een boottrip de canyon in, die door de zonnestralen mystieke kleuren krijgt en waar je heerlijk kunt zwemmen.

En wat te denken van het eiland Karimunjawa, in de buurt van Semarang. Je kunt daar prachtig snorkelen en zwemmen; en het eiland wordt nog niet overspoeld door hordes toeristen. Ook daar zou ik graag een kijkje nemen, zowel boven als onder water!

Graag zou ik jullie nog veel meer willen vertellen over Java: de fijne sfeer, de vriendelijke mensen, het zangerige ‘selamat datang’ als ik een hotel binnenkom en de mooie markten met zoveel kruiden, groentesnen fruit, waar ik telkens weer iets nieuws ontdek.

Java overslaan? Nee toch, ik heb je nu toch wel overtuigd?

Onze blogs over Indonesië

Back To Top