Beste reistijd voor de Grote Trek
Als je de Great Migration of Grote Trek in één woord zou moeten samenvatten dan is dat zonder twijfel ‘spectaculair’. Immense aantallen wildebeesten (gnoes), zebra’s en gazellen trekken door de Serengeti en de Masai Mara op zoek naar vers gras en water. In hun gevolg trekken roofdieren als leeuwen en luipaarden mee, die in de zwakke en jonge dieren hun voedsel vinden. Vooral de oversteek van de rivieren levert adembenemende plaatjes op.
Om je reis zo te plannen dat je de Grote Trek onderweg tegenkomt, vind je hieronder een overzicht van het migratiepatroon. Hou in gedachten dat dit per jaar kan verschillen, het hangt onder andere af van wanneer het precies gaat regenen. Wanneer de kuddes precies in een gebied arriveren of een rivier oversteken, laat zich dus niet altijd voorspellen. Het is en blijft een natuurlijke fenomeen en laat zich dus niet vastpinnen op een bepaald moment. Gelukkig maar, want ik zie die rijen toeristen al voor me.
januari, februari, maart – Tanzania
Je vindt de enorme kuddes in deze maanden in het zuidoosten van de Serengeti en ten westen van de Ngorongoro krater. Er is in deze maanden voldoende gras en water voor iedereen. Omdat zo’n gigantische kudde ook veiligheid biedt, is het ook de tijd waarin de jonge dieren geboren worden. Voor de wildebeesten en zebra’s een rustige tijd om op adem te komen, behalve voor de nieuwbakken moeders. Jonge en zwakkere dieren zijn een makkelijke prooi voor roofdieren en rond de kuddes cirkelen daarom veel cheeta’s, luipaarden, hyena’s en leeuwen. Tegen maart is het gras bijna op en begint de kudde in beweging te komen. Ze trekken verder naar het zuiden en westen van de Serengeti, richting de Seronera vallei.
april, mei, juni – Tanzania
Vanuit de zuidelijke Serengeti buigen de kuddes aan het begin van het regenseizoen af naar het westen en het noorden. Dit wordt de western corridor van de Serengeti genoemd, de westelijke ‘snelweg’ zogezegd. Op deze route komen de kuddes de eerste rivier tegen, de Grumeti. Voordat ze aan de oversteek beginnen, wachten de kuddes elkaar op, totdat de groep groot genoeg is om de oversteek te wagen. Aankomst aan de overkant is geenszins gegarandeerd; in de Grumeti leven veel krokodillen die de oversteek bemoeilijken, en wie gewond raakt, is een dankbare prooi voor de leeuwen en cheeta’s.
juli, augustus – Tanzania
De oversteek van de Grumeti rivier komt tot een einde, maar de volgende rivier wacht alweer. De Mara rivier is de geografische grens tussen de Serengeti (Tanzania) en de Masai Mara (Kenia). Het is de laatste hindernis voordat de kuddes de grazige vlaktes van de Masai Mara bereiken. Ook aan de oevers van de Mara wachten de kuddes weer tot de groep groot genoeg is. De kuddes weten wat ze te wachten staat en alle dieren zijn flink nerveus. Afhankelijk van het weer en het toeval wordt een oversteekplaats uitgezocht en werpen de kuddes zich van de oevers af de rivier in, stroming, vertrapping en krokodillen trotserend. Door de enorme omvang van de oversteek levert dit adembenemende beelden op, die je vast kent van BBC en National Geographic documentaires. Er zijn ook delen van de kudde die de oversteek niet wagen, en afbuigen naar het noorden van de Serengeti, en groepen die de Mara meermaals oversteken.
september, oktober – Kenia
De beloning van de ontberingen wacht in de grazige vlaktes van de Masai Mara. Het droge seizoen begint hier en brengt een periode van rust voor de kuddes. In de Masai Mara komen alle dieren weer op krachten. Eind oktober of begin november begint de zoektocht naar water en voedsel weer opnieuw, vooruitlopende op de regentijd in de Mara, nu in zuidwaartse richting.
november, december – Tanzania
Eind oktober, begin november gaan de kuddes weer op pad. Ze trekken langs de oostelijke kant van de Serengeti en eindigen bij de Ngorongoro krater.