Reisverslag Sri Lanka:
Naomi op avontuur in Sri Lanka
Dit reisverslag is geschreven door Naomi, zij heeft tijdens haar afstudeerscriptie bij Reisbrigade in 2022 de nieuwe bestemming Sri Lanka opgezet, en is na haar afstuderen blijven werken bij Reisbrigade. In 2023 is zij begonnen aan een lange backpack-reis, en als digital nomad houdt ze ons op de hoogte van haar avonturen! En waar beter te beginnen dan bij de bestemming die ze tijdens haar afstuderen voor Reisbrigade heeft bestudeerd: Sri Lanka.
Aankomst in Sri Lanka
Na twee vluchten stonden we eindelijk in Sri Lanka en stapten we in een taxi voor de rit naar Colombo. Eenmaal bij het hotel besloten we om meteen op ontdekking te gaan, en wandelend even te wennen aan de drukte in de stad. ’s Avonds hebben we heerlijk bij een kraampje op straat gegeten, en geproefd van de thee met melk die hier veel wordt gedronken. De volgende dag zijn we met een tuktuk op verkenning door Colombo gegaan en reden langs de vuurtoren, tempels, parken en gebouwen. Een leuke manier om zo de stad en omgeving te verkennen!
Naar het noorden
Onze trip naar het noorden begon met een safari in Wilpattu, het grootste nationale park van Sri Lanka. Het was voor mij de allereerste safari ooit, gelukkig kun je in Wilpattu door de uitgestrekte vlaktes al van ver goed de dieren spotten. Na een paar minuten in het park dook de eerste olifant op uit de bosjes! Daarna hebben we nog verschillende herten, vogels, waterbuffels, apen en krokodillen gezien. Naast de Big Five van Zuid-Afrika heb je in Sri Lanka de ‘Big Five van Ceylon’: luipaard, olifant, krokodil, waterbuffel en lippenbeer (ook wel bahloe of slothbear genoemd). Wij gingen er uiteraard voor om ze alle vijf te spotten. Met onze verrekijkers en wat geluk hebben we de hele Big Five van Ceylon gespot en gefotografeerd. Als toetje kregen we bij het verlaten van het park nog een drinkende olifanten-familie te zien. Het was fantastisch!
De volgende stop was Jaffna in het noordelijkste deel van Sri Lanka, een bestemming die vaak wordt overgeslagen. Je vindt hier een prachtig Nederlandse fort (tip: bezoek dit fort niet, zoals wij, midden op de dag; in de volle zon is het veel te warm) en een chaotische, gezellige markt. ’s Avonds wilden we echt lokaal eten, en dat is gelukt in een fijn maar druk restaurant waar de ober de tijd nam om ons van alle te vertellen over het eten, zo vriendelijk! We kregen twee bananenbladen waar verschillende soorten curries op werden geschept en we aten alles met onze handen. Natuurlijk was er een wasruimte om onze handen te wassen en eenmaal terug bij de tafel stond er al thee voor ons klaar met verschillende soorten zoete hapjes om te proberen. Echt lekker en een hele leuke avond!
De Culturele Driehoek
In de voormalige hoofdstad Anuradhapura zijn we met de fiets op verkenning gegaan. Het was heel druk, iedereen was in het wit gekleed en de lokale bewoners waren bij de stupa’s aan het bidden. Onze gids vertelde vol enthousiasme en zeer gedetailleerd over de tempels, de stupa’s en de oude gebruiken, waardoor we veel hebben geleerd!
Vanuit de culturele driehoek maakten we een uitstapje naar de oostkust: tijd voor wat dagen aan het strand! Naast heerlijk chillen op het mooie witte strand met strandtentjes, kun je hier ook uitstapjes maken. Wij zijn naar Pigeon Island gegaan, eerst een half uur varen, dan flippers en duikbril aan en: snorkelen maar! We werden omringd door kleurrijk koraal, scholen vissen en zeeschildpadden, en na een tijdje zelfs haaien. Als je het mij vraagt, een geweldige plek om de onderwaterwereld te bewonderen!
“Heerlijk curry gegeten met onze handen!”
Voor de volgende bestemming gingen we weer terug het binnenland in: Sigiriya; bekend van de Leeuwenrots en de iets minder bekende Pidurangala rots. Ter plekke kregen we een tip over nóg een rots met mooi uitzicht: Mapagala. Dus besloten we om daarheen te gaan en het was er inderdaad prachtig, bijkomend voordeel was dat het er heerlijk rustig was. We hebben optimaal genoten van ons zicht op de Leeuwenrots bij zonsondergang!
De volgende ochtend hebben we vóór zonsopkomst de Pidurangala rots beklommen, waarvoor we de wekker helaas wel om 4:00 uur moesten zetten. Het was iets meer klimmen dan gisteravond, en het was hier ook wat drukker, maar eenmaal boven kwam de zon tevoorschijn en was het de klim meer dan waard. Eigenlijk wilden we ’s middags ook nog de Sigiriya rots beklimmen, maar het bleek een feestdag te zijn. Toen we aankwamen stonden er lange rijen om aan de klim te beginnen, waarop we besloten om dit toch maar niet te doen. In plaats daarvan hebben we kookles gekregen in onze homestay en dat was super leerzaam! We kregen uitleg over de verschillende curries, hebben alle ingrediënten gesneden, kokosmelk gemaakt van verse kokos, en daarmee zes verschillende soorten curries gemaakt. Na het koken was het natuurlijk tijd om samen met de familie en andere gasten te proeven van al het lekkers.
“De rots van Mapagala is veel rustiger dan de Leeuwenrots bij Sigiriya.”
De Centrale Hooglanden
Na het afscheid van de familie in Sigiriya gingen we door naar Kandy. Ook hier nog veel drukte door lokale feestdagen, vooral bij de Tempel met de Tand stonden lange rijen. We hebben wat rond het meer gewandeld en zijn toen doorgereisd naar Nuwara Eliya. De weg erheen door de bergen was echt prachtig, we bleven maar stoppen onderweg voor foto’s. Gelukkig kon dat makkelijk met onze eigen chauffeur. Natuurlijk hebben we een theefabriek bezocht en thee gedronken met uitzicht over de theevelden. Vanaf Nuwara Eliya namen we de trein naar Ella, een van de bekendste treintrajecten in Sri Lanka, dwars door de theevelden, door tunnels en over bruggen. Bij elke tunnel begonnen de kinderen in de trein te gillen in het donker, iedereen hing uit de ramen en er kwamen verschillende verkopers langs. Een hele belevenis!
Het centrum van Ella is een lange straat vol leuke winkels en restaurants omringd door een groene bergomgeving. Dé ideale plek om wandelschoenen aan te trekken! We begonnen met een wandeling naar de bekende Nine Arch Bridge waar een paar keer per dag de trein passeert. Het was heel druk, maar we vonden een rustige plek om de trein te zien. De volgende dag hebben we Little Adam’s Peak beklommen, een klim die begint met een wandeling dwars door de theevelden. We zagen theeplukkers aan het werk, we hadden uitzicht over Ella Rock en liepen langs watervallen; prachtig allemaal!
“De trein naar Ella gaat dwars door de theevelden, door tunnels en over bruggen.”
Naar de zuidkust
We wilden daarna nog wel wat meer dieren zien, en vertrokken daarom naar Udawalawe. In dit nationaal park leven olifanten, toevallig was dat precies ons doel. Niet lang nadat we in het park waren, kwam een grote groep olifanten -met kleintjes!- bij de auto, wat een geluk! Er kwam ook nog een Tusker (olifant met lange slagtanden) langslopen, verder hebben we krokodillen, waterbuffels en verschillende vogels gespot.
Na een korte stop aan het strand van Tangalle, waar het nog geen hoogseizoen was en dus heerlijk rustig, gingen we weer op safari! Dit keer in het bekendste nationale park van Sri Lanka: Yala. We hoopten hier een luipaard te spotten en begonnen vol goede moed aan onze volle dag in het park. Al snel kregen we over de radio bericht dat er een luipaard was gespot, dus vol gas gingen we die kant op. Uiteindelijk stond het er vol met andere jeeps maar toch: in de boom verderop lag een luipaard. Yala ligt aan de kust dus we konden op het strand een stop maken en wat eten. Yala is heel anders dan de andere nationale parken die we tot nu toe hadden bezocht in Sri Lanka, met meer heuvels en rotsen. Erg mooi, maar hierdoor kunnen de dieren zich beter kunnen verschuilen, en is het iets moeilijker om de dieren te spotten. We zagen, naast het luipaard in de boom, nog krokodillen, olifanten, waterbuffels, apen en vogels.
De reis ging verder langs een aantal plaatsen aan de kust. In Mirissa namen we een duik tussen de hoge golven, een top plek om te gaan surfen. In Galle wandelden we door het oude fort en in de kleine straatjes met winkels en cafés. Aan het strand van Unawatuna zagen we ook weer leuke winkels en restaurants, hier was de zee een stuk rustiger. Onze laatste stop in Sri Lanka was Negombo: aan de kust en handig dicht bij de luchthaven. Hier hebben we veel over het strand gewandeld tot het tijd was om afscheid te nemen van dit prachtige land en de vriendelijke mensen.
